Home | Contact | Links       
Antonie Pannekoek Archives

Pressedienst

Bron: a.a.a.p.


Wat men behoort te weten omtrent: Steun en W.P.A. (de Amerikaanse werkverschaffing)


Bron:   Radencommunisme : Marxistisch maandschrift voor zelfstandige klassebeweging, 2e jrg., nr. 3, 1939 / Groep van Internationale Communisten. – Bron originelen: i.i.s.g. , Amsterdam, Collectie Henk Canne Meijer. – Getranscribeerd en uitgegeven voor Rätekommunismus , met medewerking van de Association Archives Antonie Pannekoek.


Wij zijn de nietsnutters, de luiaards, de lui die bedorven zijn. Wij zijn diegenen, die zich verheugen in de weelde van het steundieet. Wij hebben zo’n carrière gemaakt, dat we de hele dag op onze lauweren kunnen rusten en nooit het paradijs van de w.p.a. (1) willen verlaten. Wij zijn te lui, behalve als we aangepord worden met dertig dagen uitsluiting om naar werk te zoeken. Wij zijn vet geworden op een steunbedrag dat 35% onder de norm ligt, zodat we nu 30 uur per maand moeten werken. Wij zijn de oorzaak van de depressie, zonder ons zou de nationale begroting in evenwicht zijn en zouden de regering, de grondeigenaars en de zakenlieden gelukkig zijn. Sinds de vloek van het steuntrekken over ons kwam en we de loopjongenslonen die we in de werkverschaffing krijgen moeten accepteren, moeten we ook de laster slikken die de New Deal (2) ons ruimer toemeet dan het zogenaamde voedsel dat we krijgen om het tekort in ons huishouden aan te vullen.

In 1933 hadden we die beledigingen niet te verduren. We waren toen de vergeten mensen, aan wie Roosevelt (3) bescherming tegen crisisgevolgen beloofde. De democratische politici boden de arbeidersklasse in ruil voor steun bij de verkiezingen een program aan, dat een nieuwe overeenkomst zou betekenen, een overeenkomst, die niet enkel en alleen rekening zou houden met de winsten van enkelen, maar die rekening zou houden met het welzijn van velen. Plotseling had je “recht op werk” en “recht op steun” – als er geen werk was.

De droom was kort

Je kreeg “arbeidsondersteuning”. Maar, bij alle luidruchtige beschermingspropaganda, moest je werken, tenminste sommigen, voor minder dan $55 per maand in sommige streken van het land, en voor minder dan $26 in andere streken. Maar het was beter dan niets, en je was er toch nog zeker van dat je niet voor altijd bij de werkverschaffing zou blijven. Op een goeie dag zou je een werkelijk baantje kunnen krijgen met een goed loon.

En in de steunzaken werd “orde” geschapen. Een werkelijke steunnorm werd voor je berekend door lui die zelf zeker waren nooit “aan de steun” te zullen komen. De steunnormen liepen in de verschillende delen van het land uiteen. Maar in zoverre waren ze allen gelijk, dat ze te laag waren om ervan te kunnen leven. De laagste bedroeg ongeveer 10 dollar per maand en de hoogste 40 dollar per maand voor een gezin met een paar kinderen. Daarvan moest betaald worden: huur, gas, licht, kleren en dikwijls ook water.

O zeker, er zijn normen, het, is alleen maar jammer dat ze voortdurend lager worden. Ze gaven je bijvoorbeeld in Illinois 95% van de norm, berekend naar de “noodzakelijke levensbehoeften”. Ze drukten het omlaag tot 85%, daarna tot 75%, daarna tot 65% en nu wordt aangekondigd dat ze het willen drukken tot 55%. Je hebt de norm, maar minder te eten dan daarvoor. Aan die norm, waar je nooit aan toekomt, zijn met milde hand “extra gaven” toegevoegd. Zij draaien uit op een surrogaat voor werkelijke steun in geld. Ze gaven je bakmeel, maar je hebt geen brandstof en soms zelfs geen kachel om te bakken. Je krijgt boter die onder je handen wegsmelt en stinkt omdat je geen ijs hebt om ze tegen wegrotten te beschermen. Ze geven je een paar eieren, die vaak niet beter ruiken en sinaasappels zonder sap, zodat je kinderen wat hebben om mee op straat te spelen. En zelfs van deze minderwaardige voordelen krijg je niet genoeg. Waarmee je volgens hen twee weken zou moeten doen is in drie dagen op.

Er wordt verondersteld dat je huur betaalt, hetgeen in de steunnorm is berekend. Maar 35% van het steunbedrag blijft in de steunkas en toch moet je van de rest huur betalen. Je kunt onmogelijk de huur schuldig blijven, want als je uit je huis gezet wordt zul je moeilijk een ander onderdak vinden, want steuntrekkers kunnen ze missen.

Je gebruikt bijna je hele steun om de huisbaas te betalen, om een dak boven je hoofd te houden; en zelf verhonger je langzaam maar zeker van het mager overblijfsel van je steun.

De wonderen van de werkverschaffing

De arbeiders in de werkverschaffing is het tot nu toe niet veel beter gegaan en met de aanvallen op de “levensstandaard” van allen die overheidssteun nodig hebben om in leven te blijven, gaat het ook hen steeds slechter. Toen wij werkverschaffings-arbeiders nog in het vrije bedrijf werkten, maakten we 25 tot 50 dollar per week. Maar op het ogenblik variëren de vastgestelde lonen in de werkverschaffing in Illinois bijvoorbeeld van 13 tot 23 dollar per week. En evenals er weinig zekerheid is wat betreft de lonen is er weinig zekerheid in het werk zelf. Onverwacht word je overgeplaatst van het ene werk naar het andere; vele arbeiders die ontslagen zijn, weten niet wanneer zij ooit weer opgeroepen zullen worden of voor welk soort werk ze opgeroepen zullen worden. Duizenden arbeiders worden van het ene werk naar het andere gesmeten, en soms worden plotseling werken opgegeven “bij gebrek aan fondsen” met het gevolg dat duizenden zonder werk teruggeworpen worden in de grotere misère van het steuntrekken.

Stil en geduldig hebben de steuntrekkers en de arbeiders in werkverschaffing de ene verlaging na de andere, het ene ontslag na het andere geslikt. Zo lang we het juist konden uithouden. Maar het is noodzakelijk dat de zaken een keer nemen… zij moeten een keer nemen.

Zij zijn veranderd, dat wil zeggen – verscherpt en verergerd. De New Deal, het Congres, de President, van wie vakverenigingen en de Workers Alliance (4) vertelden dat zij voor ons zouden zorgen, hebben duidelijk laten blijken wat zij bedoelen, als ze spreken van sociale bescherming, regeringseconomie of evenwicht in de begroting. Wat zij bedoelen is uiteengezet in de werkverschaffingswet (w.p.a.-bill), die op het laatste Congres is aangenomen. Wat zij beogen is duidelijk geworden door de nieuwe regeringswetten, die de administratie van de steun herzien.

De w.p.a.-bill verlaagt het bedrag, dat uitgetrokken is voor de werkverschaffing met ⅓.

Dit stort miljoenen werkverschaffingsarbeiders in nog grotere ellende. De geschoolde werkverschaffingsarbeiders hadden vroeger, in ruil voor hun steun aan hun vakverenigingen, het voordeel van een kortere werktijd, zodat voor hen het uurloon hoger was dan voor de ongeschoolden. Nu moeten zij, net als ieder ander, 130 uur per maand werken. Het hoogste loon, dat zij onder het nieuwe systeem kunnen krijgen, is 73½ dollarcent per uur, wat vér onder het door de vakvereniging vastgestelde uurloon ligt. De massa’s van ongeschoolden krijgen door een andere bepaling in die wet eveneens een stomp in hun maag. Die wet is gemaakt om de gewestelijke loonverschillen op te heffen. De lonen in het Noorden zullen worden verlaagd, die in het Zuiden zullen, naar men zegt, worden verhoogd. Een veel lager gemiddeld loon voor het gehele land zal het resultaat zijn.

Van alle beschikkingen in de nieuwe wet is dié het belangrijkst, die iedereen ontslaat, die 18 maanden in de werkverschaffing is gebruikt. Deze wet wordt de “anti-carrière-makers-wet” genoemd, hetgeen niet slaat op de regeringsambtenaren die hun baantje aan de werkverschaffing danken, de dikbetaalde administrateurs, de opzichters en de politici. Maar wél op ons, die ervan beschuldigd worden de idiote wens te koesteren, ons leven lang een baantje te willen houden dat 13 dollar per week oplevert. Die idioten zullen nu op straat gegooid worden om in het vrije bedrijf werk te zoeken. Nadat ze 30 dagen zonder inkomsten hebben gezeten, zullen ze niet meer terug worden genomen, maar moeten ze zich opnieuw aanmelden en met de miljoenen wachten die al steun hebben en ingeschreven staan voor de werkverschaffing. Zij zullen geen nieuw baantje krijgen, zij zullen de kringloop maar weer van voren af aan moeten beginnen. Voor deze ontslagenen is het hele resultaat de uitsluiting uit de steun voor weken en zelfs voor maanden.

Om de hele situatie samen te vatten: miljoenen van onze klasse worden steeds meer aan de ellende prijs gegeven. Van hen die nog aan het werk zijn, wordt de werktijd verlengd en het loon besnoeid. De steuntrekkers worden getroffen door de nieuwe wet op de steunverlening. In Illinois moeten we 30 uur per maand werken, in theorie tegen 50 dollarcent per uur, en moeten we alle werk, dat de regering ons wil voorzetten opknappen.

En intussen gaan de begrotingszaken uitstekend. De mop is echter, dat het niet 15 dollars extra zijn, die we ontvangen. Dit geld is al afgenomen van het besnoeide steunbedrag, dat we ontvangen. Om kort te gaan: we krijgen niets, maar zijn door de dreigende totale uithongering gedwongen de regering 30 uur werk te geven om te kunnen leven. En wat voor werk? Wat zal het voor de regering prachtig zijn, zo goedkoop aan onderkruipers te komen!

Waarom gebeuren deze dingen?

Waarom kan er niet iets gedaan worden tegen deze groeiende ellende, die steeds moeilijker valt te dragen? “Er kan iets gedaan worden”, zeggen de vakbonden en politici. “Zet de juiste mensen in de regering en we zullen voor jullie opkomen”. “Er kan iets gedaan worden”, zegt de Workers Alliance. “Betaal ons contributies, dan zullen wij druk uitoefenen op de parlementsleden die jullie op onze raad gekozen hebt.”

Je luisterde naar hen allen, je hielp twee keer bij de verkiezing van de “democratische” regering. In 1932 deden ze reusachtige beloften, omdat ze bang voor ons waren. Ze waren bang omdat er miljoenen van de onzen zonder werk waren, miljoenen, die zó tot wanhoop gedreven waren, dat ze in opstand kwamen; honderdduizenden groeiden tot razende massa’s, die de gemeentehuizen en de regeringsgebouwen omsingelden en om werk en steun schreeuwden. Er waren er teveel en zij verloren de macht over jullie. Dus moesten ze je tot kalmte brengen en terwijl ze jullie datgene vertelden wat je nodig had, gebruikten ze je. Programma’s werden opgemaakt, leuzen in elkaar getimmerd, teneinde de massa’s achter de Democratische Partij en de New Deal te krijgen. De werkverschaffing kwam en daarmee de overgang van liefdadigheid naar steun, omdat jullie hulp nodig was om een eind te maken aan de chaos van 1933, en om de maatschappij te reorganiseren en een verdere winstgevende productie te verzekeren. Maar toen de winsten in 1937 weer daalden, toen de nieuwe depressie plotseling ernstiger vormen aannam, toen de regering merkte, dat het spenderen van grote sommen aan steun en werkverschaffing niet ten goede kwam aan de winstmakerij, meende ze, evenals alle vorige regeringen, dat het niet langer loonde daar geld weg te gooien aan goedkope mensenlevens.

En niet slechts werden steun en werkverschaffingslonen verlaagd, overal werden de arbeiders gedwongen een loonsverlaging te slikken, zodat de kapitalisten hun winsten kunnen handhaven. Het wapen van de werkloosheid wordt gebruikt om de lonen te verlagen en de arbeiders harder te laten zwoegen. De arbeiders moeten niet alleen bang worden hun baan te verliezen, maar ook om in de steun of de werkverschaffing te komen. En daarom maakt de regering het werkloos zijn nog erger dan het al is.

Loonsverlaging in het vrije bedrijf betekent tevens loonsverlaging tevens werkverschaffing.

Loonsverlaging in de werkverschaffing sluit steunverlaging in. Dit alles betekent redding voor de kapitalisten, omdat zij hierdoor hogere winsten kunnen behalen of minstens kunnen behouden wat zij hebben, en tevens betekent het vermindering van de regeringsuitgaven. Wij lijden, opdat het kapitaal kan renderen!

Verdeel en heers!

Ofschoon iedere aanval op de arbeidsvoorwaarden of het levenspeil van arbeiders uiteindelijk gericht is tegen de arbeidersklasse in zijn geheel worden niettemin eerst bepaalde groepen van arbeiders uitgekozen om een breed strijdfront te voorkomen. Op het ogenblik klagen de autoriteiten bijvoorbeeld dat de lonen in het bouwbedrijf te hoog zijn en een opleving in deze bedrijfstak tegenhouden. Om deze lonen naar beneden te krijgen worden de geschoolde bouwvakarbeiders in de werkverschaffing het eerst aangevallen. En zo sloeg slechts een uitgezochte groep arbeiders in werkverschaffing terug, en werd al in het begin verslagen omdat ze geïsoleerd bleef. De overige arbeiders zagen niet, dat na de nederlaag van deze groep de overige arbeiders onder het mes zouden komen, en dat op de duur alle lonen gekort zouden worden.

De autoriteiten voor maatschappelijke steun zijn al even gewiekst. Elke staat heeft zijn eigen steunwet en vaak worden zelfs in iedere stad de steunzaken op een eigen manier behandeld. De steun zal nu eens hier, dan weer daar verlaagd worden, maar nooit overal tegelijk. Het verweer van de arbeiders wordt in talloze kleine, onbetekenende strubbelingen verbrokkeld. Toen bijvoorbeeld de betaling van de steun in geld in St.-Louis werd ingevoerd, werd dit bedrag meteen omlaag gedrukt. De steunautoriteiten in Chicago wachtten een paar weken, teneinde de reactie hierop in St.-Louis even te kunnen aanzien. De geïsoleerde steunklanten in St.-Louis vonden de kracht niet er tegen in te gaan, waarna de steun in Chicago eveneens verlaagd werd. Op de conferentie van de steunautoriteiten waar dit besluit viel, werd erop gewezen dat het geval van St.-Louis had laten zien, dat het mogelijk was de steun zonder enige moeilijkheid te verlagen indien dit slechts vergezeld ging van enige nieuwe trucs, die de steuntrekkers aannemelijk zouden voorkomen. Indien de proefneming ergens succes had gingen de autoriteiten op andere plaatsen eveneens tot die maatregelen over, om ten slotte weer bij de eerste slachtoffers terecht te komen. Op de lange duur hebben ze dan allen een beurt gehad. En zolang de arbeiders niet leren dat een onrecht aan de een aangedaan een onrecht aan allen is, en zolang zij niet in staat zijn om tegenover iedere op hen gerichte aanval een breed verdedigingsfront te stellen, dat honderdduizenden werkers omvat, is het onmogelijk dat zij hun strijd met succes voeren.

En de organisaties?

Maar wat doen jullie organisaties, jullie vakverenigingen, jullie partijen, jullie Workers Alliance, om jullie belangen tegen de aanvallen van de regering te verdedigen? Sedert hun man – Roosevelt – tot president verkozen werd, hebben ze in Washington politiek gemaakt. Ze zijn er in geslaagd hun leiders en organisatoren grote salarissen te betalen, maar hun geconfereer heeft niet kunnen voorkomen, dat de werkverschaffingswetten aangenomen werden waaronder jullie nu zuchten. Ze konden de kortingen op de toegezegde steunbedragen niet ongedaan maken. Het bleek dat zij niet jullie belang hadden gediend, maar dat van hen, die jullie nu openlijk aanvallen. Alles wat ze deden was contributie van je vragen, oproepen tot zinloze demonstraties voor staats- of gemeentewetten en jullie verzoeken om briefkaarten, volgeschreven met leuzen, naar de verschillende autoriteiten te sturen. Zij hebben niet de arbeiderssolidariteit verstevigd, die zo broodnodig is. Ze hadden er zelfs geen belang bij om je voor te bereiden op de strijd die komen gaat. Ze stelden slechts belang in het bloeien van bepaalde partijen, van bepaalde groepen van vakverenigingsbureaucraten, zij zagen slechts het belang van de organisatoren, niet dat van de georganiseerden.

Het is dan ook geen wonder, dat deze organisaties niets tot jullie te zeggen hebben in deze crisis. Zeker, ze protesteren tegen de nieuwe steun- en werkverschaffingsmaatregelen, maar meer ook niet. Ze wensen ook niets meer te doen, en ze zouden het ook niet kunnen, zelfs al zouden ze het willen.

De vakverenigingen die nu protesteren tegen de opheffing van de geldende loonschaal, hebben noch de kracht, noch de wil om hun woorden van daden te doen vergezellen. De vakbonzen weten heel goed, dat zij in tijden van depressie, en grote werkloosheid geen actie tegen, maar slechts met de regering kunnen voeren. En wat de vakverenigingsleiders weten, weten de andere arbeidersleiders even goed. Onder de huidige verhoudingen geven zij er de voorkeur aan met de stroom mee te gaan. Daar hun interesse slechts uitgaat naar problemen, die verbonden zijn aan het dienen van hun eigen organisaties en bureaucratieën kunnen zij er geen belang bij hebben, om een strijdfront tot stand te brengen, dat sterk genoeg is om de autoriteiten te dwingen hun besluiten te herzien. Zij hopen op een of andere compromisoplossing, waardoor de meest directe belangen van de betreffende vakvereniging beschermd worden. Ze houden zich bezig met een politieke koehandel, maar niet met de strijd van de werklozen.

Toen Roosevelt aankondigde, dat er bij de werkverschaffingen niet gestaakt zou kunnen worden, omdat er niet tegen de regering gestaakt kon worden, haastte William Green (5) zich te verklaren dat geschillen door het Congres en niet door staking in de werkverschaffing moeten worden beslist. Ook John Lewis (6) verklaart zich tegen de staking en zei dat hij er wel voor was om te proberen de wet op de steunregeling langs wettelijke weg te verbeteren. De Workers Alliance, die werklozen en werkverschaffingsarbeiders omvat, verklaarde herhaaldelijk: “wij hebben tot geen enkele staking in de werkverschaffing opgeroepen, en roepen ook nu daartoe niet op”. Ze ondernam echter stappen om een beroep te doen op de President. Op het moment, dat in vele steden, zoals Minneapolis, arbeiders op straat actie voerden tegen de huidige werkverschaffingspolitiek, toen arbeiders van het werk wegliepen en in staking gingen, nam geen enkele organisatie het voor hen op, noch poogden zij hen te helpen om hun eisen ingewilligd te krijgen. De Workers Alliance poogde zich uit de situatie te redden door te adviseren niet te staken, doch slechts te protesteren tegen de maatregelen van de werkverschaffingswet. The Chicago Daily Record van 18 Juli 1939, die de spreekbuis is van de Alliance en de communistische partij, probeert zelfs juist die lui te helpen, die verantwoordelijk zijn voor de nieuwe politiek. Op het moment dat duizenden arbeiders op straat werden gegooid, schreef deze krant:

“De werkverschaffingsarbeiders kunnen tegenwoordig op enige vooruitgang bogen in hun strijd voor eerlijkheid en rechtvaardigheid. Getrouw aan zijn beginselen heeft de New Deal de wapens opgenomen ter herziening van de on-Amerikaanse werklozenwet, de w.p.a.-bill. De mannen van het New Deal congres doen al hun best de onrechtvaardigheden te bestrijden, die vroeger begaan zijn door de Hoover-Garner groep.
Iedere eenheid van de arbeid en alle vooruitstrevende bewegingen zijn nu gedwongen met dubbele energie te steunen, wat de New Deal probeert te volbrengen.”

Gedurende enige tijd hamert de kapitalistische propaganda al op de “fouten” van de New Deal. Dit heeft zijn doel. Hoe feller de aanvallen op de New Deal, hoe gemakkelijker het voor de New-Deal-politici is hun politiek te veranderen in de richting van groter loonsverlagingen. Schijnbaar tegen hun wil gedwongen dit te doen, kunnen zij de arbeiders aanvallen zonder dat ze hun nuttige populariteit bij de massa’s verliezen. Het vertrouwen van de grote massa’s, hoewel reeds aan het tanen, is altijd nog groot genoeg om de regering van dienst te kunnen zijn. Zolang het nog mogelijk is de massa’s te doen geloven, dat Roosevelt voor hun belangen op de bres staat, kan men hen laten hopen, dat hij het uiteindelijk, ondanks alle tijdelijke achteruitgang, zal winnen.

De zwendel van de communistische partij en de Workers Alliance, dat slechts de “reactionairen” verantwoordelijk zijn voor de onpopulaire handelingen van de regering dient die regering zeer goed bij haar pogingen om de massa’s de zweep te laten likken die hen slaat. De houding van deze organisaties tegenover de stakende arbeiders is eenvoudig schunnig en praktisch sabotage van de strijd van de verkozen tegen de steunverlaging. Je vijanden van heden zijn niet alleen de reactionairen en de lui van de New Deal, maar ook de New-Deal-agenten in je eigen rijen. Om te vechten tegen de nieuwe maatregelen en om een kans te hebben de strijd te winnen, is het vóór alles nodig, dat je het feit onder ogen ziet dat je niet kan staken en overwinnen samen met de bestaande arbeidersorganisaties, maar slechts tegen hen.


Redactionele aantekeningen

1. w.p.a. , Works Progress Administration; overheidsinstelling in de Verenigde Staten die in het kader van de New Deal werd opgestart in 1935.

2. De Amerikaanse New Deal  was een sociaal en economisch hervormingsprogramma van de Amerikaanse president Franklin Delano Roosevelt om in reactie op het slop van de Grote Depressie de oorlogseconomie voor te bereiden.

3. Franklin Delano Roosevelt  (1882-1945), ook bekend onder zijn initialen fdr; Amerikaans politicus van de Democratische Partij; 32e president van de Verenigde Staten 1933-1945.

4. The Workers Alliance of America  (w.a.a.) was een Volksfront opgericht in 1935.

5. William B. Green  (1873-1952); Amerikaans vakbondsleider.

6. John Llewellyn Lewis  (1880-1969); Amerikaans vakbondsleider.


Compiled by Vico, 10 October 2021


























Overzicht