Home | Contact | Links       
Antonie Pannekoek Archives

Pressedienst

Bron: a.a.a.p.


Trotski en het radencommunisme II


Bron:   Radencommunisme : Marxistisch maandschrift voor zelfstandige klassebeweging, nr. 2, 1938 / Groep van Internationale Communisten. – Bron originelen: i.i.s.g. , Amsterdam, Collectie Henk Canne Meijer. – Getranscribeerd en uitgegeven voor Rätekommunismus , met medewerking van de Association Archives Antonie Pannekoek.


In het vorige nummer van “Radencommunisme” verscheen een artikel tegen de opvattingen van de Trotskisten. Dit was in de eerste plaats gericht tegen hun standpunt, dat het proletariaat alleen in de persoon van zijn voorhoede aan de macht kan komen, en wel “in de tot partij georganiseerde voorhoede”. Volkomen terecht werd daarbij het zwaartepunt gelegd op het verschil in sociale en economische structuur tussen Rusland en de hoogkapitalistische landen. Uit dit verschil blijkt, dat men voor Rusland en de hoogkapitalistische landen kan spreken over “de verovering van de macht”, maar dat men dan in beide gevallen over heel verschillende dingen spreekt. Met andere woorden, de “verovering van de macht” omvat in de hoogkapitalistische landen heel andere vraagstukken dan in het Rusland van 1917.


We willen hier echter die fameuze “voorhoedentheorie” nader onder het mes nemen aan de hand van het praktische verloop van de klassenstrijd, aan de hand van wat Trotski noemt de “positieve ervaring” van de Oktoberrevolutie en de negatieve ervaring van andere landen (Duitsland, Oostenrijk en tenslotte Spanje).

Voor we daartoe overgaan moeten we echter een bekentenis afleggen, omdat Trotski onze leegheid zo schitterend demonstreert. Hij zegt: “Niemand heeft, niet alleen in de praktijk getoond, maar ook slechts geprobeerd op papier duidelijk uiteen te zetten, hoe het proletariaat de macht veroveren kan zonder politieke leiding van een partij, die weet, wat zij wil”.

We moeten bekennen, dat ook wij niemand weten, die het in de praktijk heeft laten zien. Overigens zou het interessant zijn, zo’n monsterklassenstrijder te leren kennen. En wat dat op papier zetten betreft: ook hier blijven we in gebreke. We zijn maar doodgewone Marxisten. Deze hebben geen receptenboek, maar ze kunnen alleen op grond van de klassenverhoudingen, op grond van de ervaringen in de strijd, aangeven, voor welke vraagstukken de arbeidersklasse zal staan en welke strekkingen binnen de arbeidersklasse aanwezig zijn, ze op te lossen. Maar we zijn tevens overtuigd, dat de arbeidersklasse telkens opnieuw allerlei oplossingen en strijd vormen zal vinden, die niemand van tevoren heeft gepropageerd of van tevoren heeft overzien. We denken hier behalve aan de spontane vorming der arbeidersraden, aan de grote “sitdown-bewegingen” in Frankrijk en Amerika. Heeft misschien de gepatenteerde Trotskistische voorhoede deze strijdwijze in Frankrijk en Amerika gepropageerd? Laten ze maar rustig bekennen, dat de massa’s deze strijdwijze kozen, zonder eerst de raad van wie dan ook ingewonnen te hebben. Op papier duidelijk uiteenzetten hoe het proletariaat aan de macht komt, kunnen alleen fantasten, die weten dat het papier geduldig is. Alleen is zeker, dat de arbeidersmassa’s in de radenvorm aan de macht komen. Maar welke zigzaglijnen de arbeidersklasse daarbij doorloopt, is van tevoren niet af te meten. We bekennen dus ruiterlijk, dat we geen receptenboek hebben voor het veroveren van de macht. Maar één ding weten we heel zeker. En dat is, dat het met die “ijzeren voorhoede” , met dat “denkende hoofd” van de arbeidersklasse niets gedaan is. De hele geschiedenis van de arbeidersbeweging vanaf de Russische Oktoberrevolutie tot op deze huidige dag is één doorlopend bewijs van de onzinnigheid van de opvattingen omtrent dat “denkende hoofd” dat de arbeiders in de goede haven moet leiden. Maar het leren uit de praktische gang van de klassenstrijd is niet gemakkelijk. En velen kunnen het helemaal niet als ze zich eenmaal vastgebeten hebben in de gedachte, dat ze zelf zo vreselijk bewust zijn en de rest alleen maar achterlijk is.

Het positieve bewijs van Trotski

Maar laten we nu overgaan tot een nadere beschouwing van het verloop der klassenbeweging in de afgelopen twintig jaar. Trotski beweert, dat we in het verloop van de Oktoberrevolutie (Rusland) een “positief” bewijs hebben, dat de arbeidersklasse in de persoon van zijn voorhoede, hier de bolsjewistische partij, aan de macht komt. Ja, je moet maar durven! Voor ons is het verloop van de Oktoberrevolutie juist een van de schitterendste bewijzen, dat het onzin is, dat de arbeidersklasse in de persoon van de partij aan de macht komt. De zo geroemde “bewuste voorhoede” bracht een staat voort, waarin dit “denkende hoofd” de functie van heersende staatsbureaucratie uitoefent en in alles de kenmerken van een heersende klasse vertoont. De “voorhoede” mergelt de Russische arbeidersklasse uit op een wijze, waarbij de toestanden in Engeland bij het begin van het kapitalisme, omstreeks 1830, nog maar kinderspel is. Met welk een beestachtig despotisme de “voorhoede” de Russische massa’s “leidt”, daarvan krijgt men een beeld, als men het onopgesmukte, eenvoudig-vertellende boek van A. Ciliga leest In het land van de grote leugen. Als de Russische revolutie iets bewijzen kan, dan is het juist, dat de arbeidersklasse niet in de persoon van de partij als voorhoede aan de macht kan komen.

De nieuwe heersende klasse in Rusland, de beroemde voorhoede, is nu bezig, zich van haar revolutionaire verleden te ontdoen, getuige het feit, dat alle oudere revolutionairen, die nog aan dat verleden herinneren, eenvoudig over de kling gejaagd zijn. In Rusland is geen plaats meer voor mensen, die met hun denken nog verbonden zijn met de klassenstrijd van het proletariaat. Want ook dit proletariaat zal na korter of langer tijd de strijd tegen de “bewuste voorhoede” opnemen. Met het gestaag aangroeien van de massa’s, die proletariërs werden, groeiden niet alleen de macht van de nieuwe heersende bureaucratie, maar tegelijk ook de macht, die haar bedreigt.

Trotski spreekt van een “Thermidor” in de Russische revolutie en hij wil daarmee zeggen, dat de Bolsjewistische partij haar revolutionaire beginselen heeft verloochend. Hij wil aan deze beginselen vasthouden, en meent, dat de partij met het proletariaat verbonden kan blijven, als deze in het bezit van de staatsmacht is. Hij heeft echter nog nooit kunnen aantonen, hoe zo’n kunststuk volbracht wordt. Volgens hem is de ontwikkelingsgang die de voorhoede tot nieuwe heersende klasse heeft gemaakt, te wijten aan de verkeerde politiek van Stalin. Zo een verklaring is echter niet ernstig te nemen, want ze zegt niet meer, dan dat de geschiedenis het werk van grote mannen is. We kunnen er dan ook alleen uit afleiden , dat Trotski de klaarblijkelijke gronden van deze ontwikkeling niet zien wil, of niet zien kan. En dat is, dat de voorhoede met de staatsmacht ook de functie er van overneemt. Ze moet heersen over de massa en dat plaatst haar tegenover het proletariaat, al tracht ze dat ook met allerlei frases te bemantelen. Eenmaal de staatsmacht in bezit genomen, blijft de “voorhoede” geen keuzen meer; ze moet voortgaan maatregelen nemen, die de machtspositie van de staat versterken. En deze maatregelen kunnen zich uit de aard der zaak alleen richten tegen degenen, die door de staatsmacht beheerst worden, het proletariaat en de boerenmassa’s.

Arbeiders-democratie

Er is geen tussenweg. Ook een zogenaamde “arbeidersdemocratie”, zoals die door Trotski verlangd wordt, kan daarin geen verandering brengen. Deze democratie, die aan de eigenlijke beschikking over de politieke en economische machtsmiddelen der bureaucratie niets verandert, heeft nog minder betekenis dan de welbekende burgerlijke democratie, die ook op de werkelijke machtspositie van de bezittende klasse geen vat heeft. Integendeel, als er “democratische” instellingen komen, dan alleen dan als ze er toe dienen, de staatsmacht te verstevigen.

Overigens is het van Trotski ook niet bekend dat hij voorstander zou zijn van een democratie ,die ten doel zou hebben, de bevoegdheden en de machtsposities van het staatsapparaat af te breken of in te perken.

Het terugdringen of afbreken van de machtspositie van de staat is trouwens langs de weg van de stembus niet mogelijk. Dat is een kwestie van klassenstrijd. Juist in een land, waar alle economische machtsmiddelen in handen van een bepaalde groep geconcentreerd zijn, ook al noemt deze groep zich “voorhoede van het proletariaat”, is de “democratie” onwerkzaam. Ook deze heersende klasse gaat niet voor de stembusuitslagen op zij. Wil het proletariaat zich bevrijden, het communisme doorvoeren, dan moet het ook de, door de voorhoede opgebouwde staatsmacht breken. De proletarische revolutie keert zich niet alleen tegen heerschappij der burgerlijke klasse, maar ook tegen de staatsmacht die in handen is van een partij. De bevrijding van het proletariaat is niet anders dan het opheffen van de loonarbeid, het verkrijgen van het beschikkingsrecht over de productiemiddelen en de producten, door de massa zelf, zonder omweg van de staatsmacht. In de bolsjewistische theorie ziet men klaarblijkelijk geen verschil tussen staat en maatschappij. Het beheersen van het maatschappelijk leven door de staat is voor hen hetzelfde, dat het maatschappelijk leven door de producenten en consumenten wordt beheerst. Ook op dit gebied is het Leninisme of Trotskisme nog niet tot het Marxisme doorgedrongen.

Het door Trotski als positief genoemde voorbeeld bewijst daarom juist het tegenovergestelde. Het bewijst juist, dat het proletariaat ook in Rusland niet in de persoon van de “voorhoede” aan de macht kwam. Het positieve voorbeeld laat alleen zien, hoe de “voorhoede” zich als nieuwe heersende, dat is uitbuitende klasse, installeerde. Natuurlijk weten we wel, dat de achterlijke structuur van Rusland geen andere mogelijkheid open liet. Maar dat geeft niemand het recht, om te beweren, dat in Rusland het proletariaat in de persoon van de bolsjewistische partij als “voorhoede” aan de macht kwam.

De November-revolutie in Duitsland

Komen we tenslotte aan de negatieve voorbeelden van Trotski. In Duitsland, Oostenrijk en Spanje kon het proletariaat niet de macht veroveren, omdat volgens Trotski “de revolutionaire voorhoede niet aan de macht kon komen”. Ja, dat wordt nu een moeilijk geval. Want wie en wat is nu eigenlijk die “voorhoede”? Wie beoordeelt dat? Hoeveel van die “ijzeren voorhoeden” en “denkende hoofden” van het proletariaat hebben we hier al niet in Holland? Ieder “denkend hoofd” noemt het andere “denkende hoofd” een warhoofd; als de klassenstrijd zich toespitst, noemen ze elkaar contrarevolutionair en als één van allen de macht zou hebben, zou het met de kogel aan het zware denken van de andere een einde maken. Want er past maar één grote mast op een schip.

In de Duitse revolutie waren ook verschillende gegadigden voor de rol van “voorhoede”, die graag in het bezit van de macht wilden komen. Dat was in de allereerste plaats de sociaaldemocratie met de vakbeweging. Trotski wil ze waarschijnlijk niet als voorhoede erkennen. Maar ja, de massa’s hadden daar een andere opvatting over en ze kozen de sociaaldemocraten en vakverenigingsbeambten in hun arbeidersraden, en ze kozen sociaaldemocraten in de staatsmacht. Trotski meent natuurlijk, dat de k.p.d. de “echte” voorhoede was. En als deze de macht had weten te veroveren, dan was het communisme in Duitsland verzekerd geweest. Maar wij houden ons het recht voor, aan deze “echtheid” te twijfelen. Het eerste werk van de k.p.d. was juist, de zelfstandige organisaties van de arbeiders, die in de revolutie waren ontstaan, de organisaties op de grondslag van de bedrijven, tot het uiterste te bestrijden. Ze gooide de revolutionairen, die streden onder het parool “Alle macht aan de arbeidersraden” uit de k.p.d. en ging over tot het “veroveren” van de vakverenigingen. Het verlies aan revolutionaire arbeiders maakte ze goed door aansluiting te zoeken bij de linkse sociaaldemocraten van de u.s.p. (Onafhankelijken). De k.p.d. begon dus al de zelfstandige proletarische organisaties te vervolgen, toen ze nog niet eens in het bezit van de staatsmacht was. Inderdaad, een lokkend vooruitzicht voor het proletariaat, als deze “echte” voorhoede in het bezit kwam van alle machtsmiddelen van de moderne staat. En toch was het ook Trotski, die deze tactiek voor Duitsland voorschreef.

De k.p.d. heeft dus niet de kans gekregen, om de rol van de contrarevolutie te spelen, maar ze moest deze overlaten aan de sociaaldemocratie. De praktijk heeft echter ondanks dat voldoende laten zien, waar de reis heen zou gaan onder leiding van de “bewuste” voorhoede van de k.p.d. Dat wordt ons volkomen duidelijk als we ons voor ogen halen, wat de taak van een partij is, zodra ze in het bezit van de staatsmacht gekomen is. Volgens de opvattingen van het Leninisme is het proletariaat aan de macht, als “zijn” voorhoede de staatsmacht in handen genomen heeft. Natuurlijk is het onzin, dat de arbeidersklasse tegen zichzelf zou gaan staken, of allerlei massabewegingen zou doorvoeren als ze reeds meester van de macht is. Het stakingswapen heeft de zin, de massa’s in strijdformatie te brengen, maar als ze zelf tot heersende macht in de staat geworden zijn, staat de opbouw, de nieuwe ordening, op de agenda. De “voorhoede” neemt deze ordening ter hand en kan zich daarin niet tussen de benen laten lopen door zelfstandige bewegingen van arbeidersmassa’s . Het herstel van de orde, dat is het afsluiten der massabewegingen, is de eerste taak van een aan de macht gekomen partij. Dat geldt voor alle partijen. Na het veroveren van de macht moet het partijprogram worden doorgevoerd en alles wat daarbij niet in het gareel loopt wordt als linkse of rechtse afwijking vernietigd.

Het herstel van de orde

Toen in Duitsland dus de sociaaldemocratie, in het bezit van de staatsmacht kwam, ging deze “voorhoede van het socialisme” haar programma, de uitbouw van de burgerlijke democratie, verwezenlijken. Alle zelfstandige strevingen van de arbeiders moesten daartoe worden uitgeroeid. Een revolutionaire matrozendivisie, die zich niet aan het gezag van de voorhoede wilde onderwerpen en zich in de Marstall te Berlijn had genesteld, werd neergemitrailleerd, wat tot de bekende Spartacusopstand van januari leidde. In februari en maart volgt dan het ontwapenen van de zelfstandige gewapende formaties van arbeiders en soldaten in Braunsweig en Bremen-Wilhelmshafen onder de druk van kanonnen en mitrailleurs. Hetzelfde in de radenrepubliek München.

Zo werden de arbeiders dus allereerst de militaire machtsmiddelen uit handen geslagen. Dan is de tijd rijp voor de tweede etappe tot bevestiging van de macht van deze “voorhoede”. Dat is de aanval op de machtsposities, die de arbeidersraden zich in de Novemberdagen hadden toegeëigend. Wat waren dat voor machtsposities?

In bijna alle bedrijven hadden de arbeiders uit hun midden een bedrijfsraad gekozen, die het bedrijf weliswaar niet beheerde, maar de regeling binnen het bedrijf voor een goed deel ter hand namen. Veelal besliste hij over het aannemen of ontslaan van arbeiders, de regeling van de werktijden en van de lonen. Natuurlijk boden de ondernemers weerstand, waarbij ze konden rekenen op de sociaaldemocratische “voorhoede”… van de contrarevolutie. Ze weigerden de hogere lonen te betalen en dan kan geen geld van de banken gehaald worden voor de uitbetaling. Ofwel ze sloten de bedrijven (Hamburg, scheepswerven) om het bedrijf van revolutionairen te zuiveren . De arbeiders, die naar hun werk gingen, vonden het bedrijf door militairen bezet en ze werden door mitrailleurvuur ontvangen, toen ze de poort wilden binnendringen.

Het hele jaar 1919 wordt aan dit front gestreden. Overal vinden stakingen en uitsluitingen plaats en de vakbeweging gaat weer haar rol spelen, om deze beweging “tot een spoedig en goed einde te brengen”. Samen met de ondernemers komen ze op voor de volledige zegeviering van de ondernemers in het bedrijf, terwijl de arbeidsvoorwaarden door collectieve contracten geregeld moeten worden. Deze contracten werden dan door de regering tot wet verheven. En de Wet op de bedrijfsraden van februari 1920 maakt dan een eind aan iedere zelfstandige beweging van de bedrijfsraden, door hun functie te beperken tot de controle op de naleving van de collectieve contracten.

Daarmee is dan de laatste zelfstandige machtspositie van de arbeiders van november 1918 geliquideerd. Nog probeerden de arbeiders in maart 1920 (Kapp-Putsch), en in de Midden-Duitse opstand van 1921 het verloren terrein terug te winnen, maar zonder resultaat.

In Spanje

De ruimte laat niet toe, het verloop der Spaanse beweging te beschrijven. We hebben het trouwens in de p.i.c. meermalen gedaan. Het zij echter alleen opgemerkt, dat de wezenlijke strekking van de strijd in Spanje veel gelijkenis vertoont met het verloop der Duitse revolutie. Ook hier het aan de centrale regering, die aan de macht is, onderwerpen van alle krachten, die de macht van deze “voorhoede” kunnen betwisten. Waar de militietroepen zich niet aan het gezag van de regering onderwierpen, worden ze zonder wapenen gelaten en tot onmacht veroordeeld of op verloren posten door de militaire machine der fascisten gedecimeerd. En waar dorpscommunes en door arbeiders ingestelde fabrieksleiding en het privaatbezit aantasten, grijpt de centrale regering in, om daar een einde aan te maken.

Het Trotskisme als voorhoede

De arbeidersklasse heeft van al deze “voorhoeden” niet veel plezier beleefd, als deze in het bezit van de staatsmacht waren. Maar de Trotskisten erkennen deze kapitaalsknechten natuurlijk niet als “voorhoeden” van het socialisme. Ja, wij ook niet. Alleen beweren we, dat het de arbeiders niet beter zou vergaan, als een “echte voorhoede” van Trotskisten bijvoorbeeld, zich in de staatsmacht zou nestelen. Net zo min als de Trotskisten de sociaaldemocraten als voorhoede van de zich bevrijdende arbeidersklasse erkennen, net zo min erkennen wij de Trotskisten als zodanig. We zijn er van overtuigd, dat de Trotskisten, als beheersers van het staatsapparaat, de propaganda voor een zelfstandige klassenbeweging net zo heftig zou vervolgen als Trotski en Lenin de arbeidersopposities in Rusland vervolgd hebben. Welke reden hebben we dus om in de Trotskisten de “echte” voorhoede te zien? De wezenlijke grondfout van het Trotskisme is, dat het geen benul heeft van de vraagstukken, waar het in de hoogkapitalistische landen om gaat. Dat hebben we geleerd aan het opkomen en ondergaan van de Duitse revolutie. Het ontstaan en de werkzaamheid van de arbeiders- en soldatenraden in Duitsland hebben ons een beeld gegeven, zij het een zeer onvolledig beeld, van de spontane organisatie der arbeidersmassa’s en van de moeilijkheden, waarvoor ze waren geplaatst. Ze vormden actieve politieke lichamen als bedrijfseenheden, legerformaties, of hoe het werkelijke leven ze anders tot een werkend maatschappelijk lichaam bijeenbracht, onder hun eigen, directe leiding. En deze organisaties, die de macht van de massa’s direct belichaamden, begonnen zich plaatselijk en landelijk tot één geheel van raden te verbinden. Dat wil zeggen ze hadden de strekking het hele maatschappelijke leven onder hun directe leiding en beheer te brengen.

De arbeidersmassa’s hebben het zo ver niet gebracht: Trotski zoekt de oorzaak daarin, dat een bewuste voorhoede de macht niet kon veroveren. Maar aan zulke toverformules hebben we niets! Het moest toch voor iedereen duidelijk zijn, dat de innerlijke kracht der massa’s nog niet verder reikte dan het beëindigen van de oorlog en het wegvagen van het militaire bewind. In de onmiddellijk daarna aan de orde zijnde kwestie, of de politieke macht uitgeoefend moest worden door de arbeiders- en soldatenraden, dan wel door een partij of een parlementaire regering, was de massa gespleten. En als het er om ging, in het bedrijfsleven het kapitaalbezit uit te schakelen, door de leiding der productie in handen van de bedrijfsraden te leggen, stond het grootste deel der massa daar vreemd tegenover, terwijl een ander deel het wilde overdragen aan de staat. Het andere woorden: het bewust zijn van hun klassentaak was nog onvoldoende aanwezig. De vraagstukken van communistische ordening werden pas voor het eerst gesteld, en wel meteen in hun praktische vorm, in de bedrijven zelf en in de politieke strijdorganisaties van de arbeidersraden.

De Trotskisten en Leninisten zullen dit alles niet ontkennen. Maar ze menen juist, dat deze onbewustheid altijd zo zal zijn. De massa weet niet wat ze wil en de partij weet het wel. En daarom moet dan de partij de leiding in de strijd hebben, en wel door middel van het beheer van de staat en het bedrijfsleven.

Maar hier raken ze in een onoplosbare tegenstelling. Wel te verstaan: de “voorhoede” eist de leiding van het maatschappelijke politieke leven en van het bedrijfsleven op in naam van de ontoereikende bewustzijnsgraad van de massa's. De arbeiders kunnen het zelf nog niet en daarom zal de voorhoede het doen. Als we dat in economische taal overbrengen, betekent dat, dat de arbeid nog als loonarbeid moet verschijnen, omdat de massa’s nog zelf niet het maatschappelijk leven kunnen beheersen zonder de omweg van de staat. Daarom is het in de Trotskistische opvattingen een vanzelfsprekendheid, dat de loonarbeid in ieder geval direct na de verovering van de macht door de partij, behouden moet blijven! Dat is de directe consequentie van hun opvatting betreffende “het ontoereikende cultuurniveau der massa”, zoals Trotski het noemt. Juist! Daarmee weten we precies, waar we aan toe zijn. Dat betekent dat de propagandisten voor een zelfstandige klassenbeweging in de tegenwoordige tijd “linkse fraseurs” zijn en als de “voorhoede” aan de macht is, worden ze gevaarlijke contrarevolutionairen genoemd, die spoedig moeten worden afgemaakt. Want een zelfstandige klassenbeweging is immers historisch niet mogelijk?

Gezien vanuit de ontwikkelingslijn van arbeidersklasse gedurende de laatste twintig jaren, die met vallen en opstaan de richting van de zelfstandige klassenbeweging wijst, staat het Trotskisme nu al (of nog steeds?) in klassenbewustzijn achter bij vele revolutionaire arbeiders. Een feit, dat we in de Duitse revolutie ook konden waarnemen tij die andere “voorhoede”, de k.p.d. Eerst in de Russische, dan in de Duitse revolutie, begonnen de massa’s voor het eerst op grote schaal zelfstandig te strijden en in de na die tijd komende jaren zet dat proces zich in de wilde bewegingen over de hele aarde voort. Zeer zeker is het klassenbewustzijn van de massa’s nog lang niet diep genoeg, om als gesloten geheel op te kunnen treden. Maar dit tekort kan niet aangevuld worden door een voorhoede. En dus zullen deze massa’s zelf verder strijden tot ze zich van de oude opvattingen betreffende leiders en voorhoeden, die ze hun taak zullen afnemen, hebben bevrijd. De actie van de klasse is uiteindelijk gericht op de opheffing van de klassenscheiding in de maatschappij. De politieke macht , waarnaar de “voorhoede” in de zin van Trotski streeft, leidt tot het opnieuw oprichten van een klassenheerschappij, uitgeoefend door de voorhoede. De leuze “Alle macht aan de arbeidersraden” staat daarom lijnrecht tegenover de leuze: de politieke macht in handen van de voorhoede. Het ene sluit het andere uit. De taak van een werkelijke voorhoede van het proletariaat kan niet zijn te trachten, de functie van de massa’s over te nemen, maar alles te doen, wat het bewustzijn van de hele klasse versterkt, het inzicht in haar taak, het zelfstandig beheren van het hele maatschappelijk leven, verdiept, in één woord: de taak van een werkelijke voorhoede is, geen macht voor eigen organisatie te willen, maar zich geheel in dienst te stellen van de leuze: Alle macht aan de arbeidersraden.


Bestel bij onze administratie:

“Grondbeginselen van de communistische productie en distributie”

Omvang 160 blz. Per post 60 cent.


Compiled by Vico, 3 September 2021


























Overzicht